12. Noord-Peru en Ecuador
Door: Freek
Blijf op de hoogte en volg Freek
06 Februari 2017 | Ecuador, Cuenca
Interessant is dat. Elke keer denk ik dat ik wel tijd heb om in de nabije toekomst aan een reisverslag te werken maar elke keer blijkt dat toch heftig tegen te vallen. Nu is het alweer het nieuwe jaar en heb in ineens een middagje vrij. Tijd om een begin te maken aan alweer het twaalfde reisverslag.
Na mijn bezoek aan Kuelap ben ik doorgereisd naar Chachapoyas, een stad nog noordelijker in Peru, dieper in de nevelwouden. In Chachapoyas checkte vond ik een backpackers hostel, ik was na deze lokale onderdompeling en stoeipartijen in matige Spaans wel weer toe aan wat westerse lichte gezelligheid. Ik viel met mijn neus in de boter: die avond werd er in het hostel een BBQ georganiseerd waar ik aan mee kon doen en ik heb de hele avond met twee Nederlandse dames lopen kletsen over heel Nederlandse dingen als Sziget, de Nederlandse politiek en maatschappij en (reis-)ervaringen. Heel chill.
De dag erna bezocht ik in de stromende regen met een groepje toeristen de Gocta watervallen. Dit zijn pas zeer recent ontdekte watervallen (in 2005) waarbij het water in 2 etappes 700 meter naar beneden valt. Erg indrukwekkend! Op de terugweg van de watervallen liep ik samen met Román, een Fransman en een erg leuke vent. We spraken samen Spaans, alhoewel zijn Spaans beter was dat het mijne, maar hadden interessante gesprekken over hoe we in het leven staan en de ervaringen die we hadden gehad tot dan toe in Zuid-Amerika. De avond in het hostel gebruikte ik om mij voor te bereiden op mijn reis naar Ecuador, wat ten noorden van Peru ligt en waar ik Mieke zou ontmoeten voor een meerdaagse wandeling in de bergen. Er zijn verschillende plekken waar je de grens Peru-Ecuador over kunt steken. De meeste toeristen gaan door de grensovergang in het westen. Deze ligt aan een grote weg en is daardoor het meest gangbaar. Mij leek het echter leuk om door het binnenland te gaan. Bovendien was ik sowieso al een behoorlijk eind het binnenland in, dus lag het niet voor de hand om eerst weer naar de kust te reizen. Ik had van andere reizigers gehoord dat het 'opzich wel mogelijk' was. Dus vroeg ik mijn hostel-eigenaar een beschrijving met de verschillende overstappen te schrijven en ervoor te gaan.
De volgende dag ging ik vroeg naar het busstation. Daar nam ik een klein busje naar het noorden. Maakte twee overstappen, ging een stuk mee met een gedeelde taxi en een stuk in een motortaxi tot ik aan het einde van de dag aankwam in La Balsa. Een Peruaans dorp op de grens met Ecuador, midden in het regenwoud. Het was er warm en drukkend, ik checkte in in een lokaal, nogal triest hotelletje waar ik de enige gast was. Het mooie aan het hotelletje was dat ze op de bovenste verdieping een soort overdekt balkon hadden waar een bar had moeten komen maar waar ik aan een tafeltje ging zitten schrijven. Ik keek uit op de allereerst de Peruaanse grensovergang, dan de brug over het grensriviertje met de twee slagbomen en dan aan de overkant de Ecuadoriaanse grenspost. Best grappig hoe je zo twee landen tegelijk kunt zien. De volgende dag in de loop van de ochtend me uit laten stempelen in Peru, vervolgende de brug over gelopen en me in laten stempelen in Ecuador. Vervolgens een Fanta (ja, die hebben ze net als Coca Cola overal!) en gewacht tot een soort van open vrachtwagen-bus richting de volgende stad ging. Daar overgestapt naar een normale bus die naar Loja, een redelijk grote stad in het Zuiden van Ecuador. Daar ingecheckt in een simpel maar leuk hotelletje en aan de aardige eigenaar gevraagd waar ik het beste een hamburger kon scoren. Rustig door het centrum gelopen richting de hamburgertent. Ecuador is echt een stuk westerser dan Peru. Er wordt betaald met de Amerikaanse Dollar (heel opvallend), omdat deze veel waardevaster is dan de vorige valuta die ze hadden (de Sucre, die in 2000 werd afgeschaft), nadeel is dat de Dollar Ecuador wel wat duurder maakt voor toeristen in vergelijking met de omliggende landen. Ook is Ecuador welvarender, erg veel Ecuadorianen hebben in de Verenigde Staten gestudeerd of hebben familie die daar woont. Hierdoor is er een grote geld-cultuur-kennis-kunde-stroom vanuit de VS naar Ecuador ontstaan. Een van de resultaten daarvan is dat je in Ecuador uitstekende hamburgers kunt eten. Dat was dan ook erg lekker die avond :)
De volgende dag doorgereisd naar Cuenca, iets meer in het midden van Ecuador, waar ik de dag erna Mieke ontmoette. Samen de Free City Tour gedaan, was erg interessant: Cuenca staat bekent om de dat de "Panama hat", zo'n witte hoed met een zwarte band, er oorspronkelijk vandaan komt. Echter toen het Panamakanaal gegraven werd, hadden veel van de werkers zo'n hoed op, vandaar de naam. Maar van oorsprong komen de hoeden uit Cuenca, Ecuador. Een met zorg gemaakte Panama hat is duur (zo'n 100-150 euro), maar gaat tientallen jaren mee. In Cuenca zijn speciale plekken waar je de hoeden schoon gemaakt en hersteld worden en inderdaad, erg veel oudere mensen dragen er een. Ik vond de investering toch iets te groot, maar zal voor altijd onthouden dat als ik 'een echte' wil, ik deze bestel in Cuenca :)
Later die dag nog een slaapzak en matje voor Mieke gehuurd, ik had verder nog de tent van Tijn en de overige kampeerspullen bij me. Die avond met de bus naar Park National Cajas gereisd. Daar kwamen we in het pikdonker aan. We hebben toen overnacht in de schuilhut Toreadora waar ook nog twee Chinezen zaten die des nachts er een paar keer uit gingen om met een lampje kikkers te spotten. Best raar. De volgende ochtend na koffie met 10 parkwachters aan de wandel gegaan: Het was steenkoud en nat. Het park ligt bijna op 4.000 meter hoogte, waardoor het (ondanks de ligging van Ecuador op de evenaar) erg koud is. Ik was een beetje teleurgesteld over het park, de omgeving was op veel manieren zoals ik me Schotland voorstel: met gras begroeide heuvels met meren, regen en erg koud. Door de lastige omstandigheden en de hoogte was het wandelen zwaar en ging langzaam. Tussendoor leuke gesprekken gevoerd met Mieke. Ze is het jongere zusje van een middelbare schoolvriend en zo delen we een deel van onze wereld. Erg interessant. Vrij vroeg in de middag een mooie tentplek gevonden en daar gekampeerd. De dag erna was het nog slechter weer (koud en erg mistig), dus hebben we een dag gewacht. Veel gelezen en fanatiek tegen elkaar gekaard. De dag erna vroeg aan de wandel gegaan. Het was iets beter weer en de omgeving werd ook mooier. We zijn een stuk afgedaald en hebben vervolgens de tent op een prachtige plek naast een riviertje opgezet, gekookt, nog wat gekaard en vroeg gaan slapen. De volgende dag zijn we rustig opgestaan en hebben nog een korte wandeling het park uit gemaakt. We kwamen weer uit op de weg naar Cuenca, waar we een half uurtje wachtten tot de bus voorbij kwam en ons oppikte. Terug in Cuenca nog één nacht in een hostel geslapen, alvast een hostel geboekt in Colombia en de volgende dag gingen onze wegen weer uit elkaar: Mieke ging naar het zuiden en ik naar het noorden. Mieke zou nog drie weken rondreizen in Peru en ik ging zo snel mogelijk naar Colombia.
Alleen in de bus merkte ik dat ik het heel fijn had gevonden om weer een stukje samen te reizen. Nu ik weer alleen was moest ik echt weer even zin maken om er weer iets moois van te maken in mijn laatste land: Colombia. Ik had op een bepaalde manier het gevoel dat ik ook wel het vliegtuig naar Nederland zou kunnen nemen. Ik had vier maanden gereisd en dat voelde ineens even als genoeg, ik begon te verlangen naar mijn goede vrienden in mijn Huis en van de studie en mijn familie. Gelukkig was het onthaal in Colombia warm. Ik wist echt niet wat ik meemaakte, maar Colombianen vinden het zó léúk dat je hun land met een bezoek komt vereren! Bij de grensovergang viel ik al met mijn neus in de boter: Omdat ik Ecuador via een zeer kleine grensovergang binnen was gekomen, stond ik niet in het digitale systeem, wat betekende dat ik Ecuador niet kon verlaten tenzij ik 3 kopietjes van mijn paspoort met stempels aan zou leveren. Nou, waar haal je die vandaan? Geen idee zeiden de Ecuadoriaanse grensbeambten, het café waar je kunt kopiëren zou over 1,5 uur open gaan. Een geld-wissel-mannetje die het gesprek dat ik had aan de balie had gehoord, zei dat ik wel even de grens (wederom een brug, nu over een ravijn) over kon lopen en dat in Colombia al wel een cafeetje open was waar je kunt kopiëren. Ik vroeg me af of dit écht kon maar hij herhaalde het en ik dacht: oké, dit is Zuid-Amerika. Ik wandelde zo de brug over (niemand keek raar op) en vond het cafeetje. Aan de bar vroeg ik of ik mocht kopiëren, de man heette mij welkom en zij dat dat natúúrlijk kon! Verder vroeg hij zich af of ik Colombia binnen ging komen of ging verlaten. Toen ik zei dat ik Colombia binnen zou komen was de man helemaal in zijn nopjes! Hij vond het heel erg leuk dat ik op bezoek zou komen. Ik voelde me meteen al warm verwelkomd!!!
Na met de kopietjes de juiste stempels in mijn paspoort te hebben gekregen kon ik Colombia binnen gaan. Daar haalde ik ook de goede stempels en reisde ik door naar Salento, in het zuiden van Colombia.
Hier houd ik het voor vandaag bij. Het is al best wat tekst en ik vind dat mijn Colombiaanse avonturen weer nieuwe reisverslagen verdienen.
Het beste voor jullie!
Liefs,
Freek
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley