Deel 10: de Peruaanse bergen, Huaraz - Reisverslag uit Huaraz, Peru van Freek Wolff - WaarBenJij.nu Deel 10: de Peruaanse bergen, Huaraz - Reisverslag uit Huaraz, Peru van Freek Wolff - WaarBenJij.nu

Deel 10: de Peruaanse bergen, Huaraz

Door: freek

Blijf op de hoogte en volg Freek

25 September 2016 | Peru, Huaraz

Lieve Allemaal,

Zo, das wel een beetje raar, een reisverslag schrijven terwijl ik mij stiekem al een tijdje in het Nederlandse bevind. Maar ook wel goed, want ik vind het leuk om terug te lezen in mijn dagboekje over wat mij toen bezig hield en wat we in Zuid-Amerika beleefd hebben. Want het voelt al lang geleden, Nederland went snel en ik ben alweer 3 weken geleden begonnen aan de studie: het serieuze leven is weer begonnen!

Na Edwin keurig op het vliegveld af te hebben geleverd hebben Tijn en ik een nachtbus genomen naar Huaraz, een stad hemelsbreed minder dan 300 km van Lima. Huaraz ligt in de Cordillera Blanca ("witte bergen"), een hoog gedeelte van de Andes in Peru, zeer geschikt voor bergwandelen en bergsport. Jullie begrijpen, daar moesten Tijn en ik natuurlijk heen! Daar aangekomen was het wel weer wennen, de stad ligt redelijk hoog in de bergen op 3000 meter en doordat wij aan de kust waren geweest hadden we onze hoogte-acclimatisatie helemaal verloren. We liepen naar ons hostel (berg op 'poeh!'), deden inkopen en maakten in de middag een korte wandeling in het dal. Ik had wederom niet veel geslapen in de nachtbus en de inspanning op hoogte kost veel energie, dus in de middag nog even geslapen en 's avonds vroeg naar bed want de volgende dag begonnen we aan onze eerste (acclimatisatie-) bergwandeling!

We namen de taxi naar Olleros, een plaatsje wat op 3400 meter, rugzakken, tentje mee, eten en goed humeur mee. Na het dorp uit te zijn gelopen volgden we een riviertje door een steeds breder wordend dal. Het was mooi weer en we stegen niet zo snel, best fijn. De omgeving was prachtig en wijds, alleen tijdens deze dag hadden we jammer genoegbijna geen uitzicht op de 5500 meter plus toppen. Af en toe kwamen we een local op een paard tegen maar verder was er veel leegte. Wat ons wel opviel en verbaasde was dat er boven de 4000 meter gewoon nog mensen woonden. Hutjes, herders van schapen en koeien en verder is daar ook helemaal niets. De mensen die we tegen kwamen spraken bijna geen Spaans maar alleen de inheemse de inheemse pre-Spaanse taal Quechua. We maakten dan een praatje over het weer en vaak vroegen ze ons om 'cigarillos' of 'caramelos' (sigaretten en snoepjes). Maar sigaretten hadden we niet en we hadden wel een paar snoepjes, dus soms gaven we ze wat van onze coca caramel snoepjes, maar vaak vonden we het ook niet fijn om zo maar dingen weg te geven omdat je dan ook bedelen stimuleert. In de avond zetten we de tent op vlak naast een riviertje. We waren tevreden: we hadden een mooie afstand afgelegd, vonden het heerlijk om samen te wandelen en niet met een tour mee te gaan en we hadden helemaal geen andere wandelaars gezien. Ideaal.

Zelf gekookt en daarna beetje chillen in de tent. Vroeg in slaap gevallen, maar ik werd om 22 uur heel misselijk wakker, schoot de tent uit en moest overgeven! Even dacht ik dat het een symptoom van hoogtezieke was omdat we alweer boven de 4000 meter zaten en natuurlijk 2 dagen geleden nog op zeeniveau. Gelukkig voelde ik me even later al veel beter: het was voedselvergiftiging geweest. En Tijn, die exact hetzelfde gegeten had, had nergens last van... Daarna gelukkig doorgeslapen.

De volgende ochtend regende het 's ochtends, dus hebben we eerst tot 10 uur gewacht om vervolgens toch in de motregen te gaan wandelen. Het was even moeilijk om de juiste richting te vinden, we hadden wel een boekje, maar de beschrijving over de wandeling was niet al te duidelijk. Na een tijdje vonden we de juiste richting en de eeuwenoude weg gemaakt door de Chavín cultuur over de pas. Deze weg is aangelegd door een volk in de periode van 900 tot 300 voor Christus, heel veel ouder dan de Inca-trail die we eerder naar Machu Picchu liepen. Hoewel het niet stijl was, viel het ons zwaar. Ik was door de voedselvergiftiging nog niet helemaal fit en door de hoogte ging het ook langzaam. We stegen rustig in 4 uur naar de pas op 4700 meter. Daarna daalden we af over de Chavín-weg, die prachtig zigzaggend en geleidelijk afdalend ons aan de andere kant van de pas naar beneden geleidde. Later in het dal kwamen er twee kindjes aanrennen die vroegen of we caramelos hadden, we zeiden van niet en teleurgesteld dropen ze af. We hadden nog wel wat caramelos en ik vond dat we die wel konden weggeven dus bij de volgende kinderen die kwamen zeuren om caramelos gaven we die weg. Even later zochten we een tentplek op naast een riviertje, jammer genoeg zichtbaar vanaf de hoger gelegen weg. We begonnen met koken naast de tent. Tijdens het koken bewoog er ineens iets in de tent. Ik ging de tent binnen om te kijken wat het was. Maar eenmaal in de binnentent aangekomen bleek er een gat in de binnen en buitentent te zitten! Ik dacht dat iemand een kogel door de tent had geschoten maar Tijn wist al gauw een steen met de afmeting 3x2x3 cm uit de tent te vissen. Klote! Iemand had een steen door de tent gegooid. Niet leuk voor de tent waar zowel in binnentent als buitentent een gat van 3x3 cm zit maar vooral geen fijn idee dat iemand dat doet! We keken of de gooier nog in de omgeving was maar vonden niemand. Het was ook eenvoudig om vanaf de bovenliggende rand, over ons hoofd heen, iets op de tent te gooien. We dachten dat het misschien de verongelijkte caramelo-kinderen waren die we geen caramelo hadden gegeven terwijl andere kinderen er wel één hadden gehad. We besloten nooit meer caramelos te geven. We plakten ducktape op de buitentent en gingen verder met koken. Het eten was heerlijk en ik hield het goed binnen. Na het eten maakte we een pisco-anijsmelk met melkpoeder, water en een goede schuit pisco uit mijn heupflacon. Dat was een goede afsluiter de dag.

Die nacht sliep ik niet goed, ik voelde me toch kwetsbaar in het tentje door de stenengooiers. De volgende ochtend gingen we vroeg op. Opvallend veel kinderen en volwassenen vroegen ons onderweg om caramelos of eten. Wij gaven niets of deden alsof we ze niet begrepen. Wij begrepen het ook niet maar het gaf toch een onbehaaglijk gevoel. Na 6 uur geleidelijk afdalen kwamen we aan bij het eindpunt: de opgraving van Chavín. Dat is de belangrijkste opgraving van het gebied en ligt per toeval naast de plaats Chavín en daarom zijn alle vondsten naar die plek genoemd. Hoe het volk dat tussen 900 voor Christus en 300 voor Christus in het gebied leefde zichzelf noemde is niet te achterhalen, daardoor kiezen archeologen namen voor het volk. In dit geval dus naar de belangrijkste vindplaats naast het dorpje Chavín.

Na een kan limonade in het café bezochten Tijn en ik de opgraving. Deze was zeer indrukwekkend. Het lijkt te gaan om een tempelcomplex met een groot plein ervoor. We liepen eerst over het oude plein met de omliggende symmetrische trappen en gebouwen. Het was ons toen al duidelijk dat het toen alles nog overeind stond het super indrukwekkend geheel moet zijn geweest. Het hoofdgebouw is een tempelcomplex met drie verdiepingen. Eerst dachten we dat we er alleen van de buitenkant tegenaan mochten kijken maar even later bleek dat we er ook via het dak in konden! Binnenin was een groot gangenstelsel met lucht en watersysteem, het hele gebouw bleek bijna symmetrisch van opbouw te zijn en écht ENORM. Tijn en ik dwaalden rond in de gangen en ik kon het natuurlijk niet laten Tijn een keer heel erg te laten schrikken door achter een hoekje weg te springen. Wat zou dit ook een geniale locatie zijn voor lazergamen! Gelukkig is het toerisme in dit deel van Peru nog niet zo ver.... Toen we weer buiten stonden besloten we dat dit echt een top-plek was en dat het raar is dat niet meer mensen deze opgraving bezoeken.

Die middag zijn we op jacht geweest naar een mooie hoed voor Tijn, na veel typisch Zuid-Amerikaans van-het-kastje-naar-de-muur-gestuur vonden we op eigen kracht een mooie (en bij zijn grote hoofd passende) hoed. Daarna namen we de bus terug over de bergen naar Huaraz. We hadden met de driedaagse tocht de Cordillera Blanca overgestoken en de bus bracht ons weer terug over de bergketen. Het was misschien wel het mooiste stukje bustocht in Zuid-Amerika, zo hoog tussen de witte toppen door.

Die avond versloeg Peru Brazilië op het voetbalveld in de Copa Amerika, het 'EK voetbal' van Amerika. De hele wedstrijd had Brazilië de overhand, alleen scoorde Peru uit de enige aanval die in de buurt kwam van het doel van Brazilië door een overduidelijke handsbal een doelpunt. Het doelpunt leek nog even afgekeurd te gaan worden, maar de scheidsrechters kwamen er niet uit en het telde. De Peruanen in het restaurant waar we zaten werden helemaal gek van geluk: Het beste voetballand ter wereld én een van de buurlanden verslagen op de groene mat! Al met al was het een geniale dag!

De dag erna hebben we weer inkopen gedaan en zijn des avonds doorgereisd naar Cashapampa, de plek van waaruit we de Santa Cruz trekking de dag erna zouden beginnen. Dit is de meest populaire trekking van het gebied. Maar voor een reden. Hij is qua natuurschoon heel erg mooi! Bijna iedereen doet de trekking in de vorm van een tour met een groep en een gids en muilezels, maar wij waren nog steeds tegen georganiseerde dingen dus deden wij hem met zijn tweeën. Veel stoerder. We zetten de tent op bij een huis/restaurantje/café van waar de trekking de volgende dag zou beginnen en aten een van de lekkere Peruaanse gerechten, Lomo Saltado. Stukken rundvlees met tomaat en aardappel in een lekker rood sausje met wat rijst ernaast. Ook deze keer weer erg smakelijk. Wij gingen vrij vroeg de tent in en lazen nog wat. Ik was bezig met Pluche van Femke Halsema. Het boek inspireert me op toch weer wat met maatschappelijke zaken en politiek te gaan doen. Om 22 uur gingen we slapen. Er waren buiten heel irritante honden aan het rondrennen en blaffen, dus ik deed mijn oordoppen in. Om iets middernacht werd Tijn ziek. Zoals ik een paar dagen eerder had gehad, had hij ook voedselvergiftiging. Maar waar het bij mij in een minuutje klaar was geweest, ging het bij hem maar door: elke 10 minuten weer een aanval en tussendoor ook nog naar de wc rennen. Het klonk echt heel naar. Ook de volgende ochtend voelde hij zich nog belabberd. Hij kon niets binnenhouden en was erg verzwakt. Wandelen zou er dus nog even niet in zitten. In het begin van de ochtend merkte ik dat ik het heel jammer vond dat we niet weg zouden gaan, maar na een tijdje kon ik het goed van me af zetten. Ik ging een beetje schrijven en mediteren en kijken of ik Tijn nog wat kon voeren. Zo ging de hele dag voorbij.
De dag erna voelde Tijn zich een stuk beter. We hebben samen goed ontbeten en zijn toen aan de wandeling begonnen. Maar al gauw ging Tijn zich een stuk slechter voelen, ik heb nog een klein stukje zijn rugzak erbij gedragen maar we konden toch niet verder. We zetten de tent op en namen rust. Ik merkte ook nu dat ik heel graag verder had willen wandelen, maar dat ik het ook oké vond om hier te blijven. Het is niet anders, dacht ik.

De dag erna leek Tijn echt hersteld! Hij had nog voor ik wakker was al 2 broodjes opgepeuzeld. Ik was zelf niet helemaal fit, want ik had de halve nacht doorgelezen in Tijns e-book omdat ik toch dacht dat we niet zouden lopen die dag. Hoewel Tijn zich nog wel wat slap voelde, toch alles opgepakt en begonnen aan de wandeling. Hoelwel het pad niet sterk steeg, viel viel ons beiden zwaar. Ook zat er een paar kilometer over mul zand heen in het traject. Als je het al zwaar hebt en je krijgt ook nog eens het gevoel dat het mulle zand je terug naar beneden probeert te trekken, heb je t echt zwaar. Maar langzamerhand begonnen zich ook de beloningen af te tekenen om ons heen: toppen van 5700 tot 6500 meter. Machtig en mooi. Aan het eind van de dag de tent opgezet in een breed dal waar ook een aantal andere tenten van groepen wandelaars met paarden en gidsen stonden. Genoten van de laatste zonnestralen en toen gauw de tent in, het werd een koude nacht want we kampeerden op 4250 meter hoogte.

De dag erna gestegen naar de pas op 4740 meter. Het viel ons zwaar. Tijn was langzaam omdat hij nog wat zwakjes was van de voedselvergiftiging en ik ben meer een sprinter: ik loop zo snel mogelijk een stuk omhoog, dan rust ik uit en wacht op Tijn, laat hem passeren en loop weer een stuk omhoog. na twee uur wandelen bereikten we de pas. En was ongelofelijk mooi. Ik noteerde in mijn dagboekje die avond: "... ongelofelijk mooi. Echt een van de mooiste dingen die ik ooit heb gezien: 360 graden bergen met wel 6 sneeuwtoppen. Beneden nog een turquoise-blauw meer. Adembenemend." We zijn een uur op de pas geweest, gepraat met andere mensen, foto's gemaakt en toen afgedaald. Na 4 uur wandelen de tent opgezet kamp Paria. 'S avonds toen we in de tent lagen en ik even naar de sterren keek, kwam er een vos voorbij, rondsneupend op zoek naar voedsel. Hij bleef zeker 15 minuten in de buurt van de tent. Ik had nog nooit een levende vos gezien, maar wat een prachtig dier, groot en met een hele grote staart. Voor de zekerheid legden wij, zoals elke avond, het eten in de binnentent. De volgende ochtend een uitstapje van de route gemaakt. Tent en rugzakken opgepakt en verstopt en toen een aangrenzend dal ingelopen om zo wat dichter bij de witte reuzen te komen. Hoewel we een hele hoop runderen moesten passeren ging het allemaal goed en genoten we van het uitstapje. Daarna zijn we verder afgedaald. Uiteindelijk toch veel verder gelopen dan we hadden gedacht en op de plek waar we wilden overnachten (Colcabamba) was geen kamer of kampeerplek vrij. Shitty. Toen toch nog doorgezet, een uur bergop gelopen naar een Hospedaje (Vagueria). Heerlijke bedden en heeeeeerlijke forel uit de vijver naast het huis. En Tijn wist met zijn ingenieursgeest en diepe verlangen naar een warme douche de CV-ketel te fixen waardoor we ook nog warm konden douchen die avond. Echt geniaal!

We hadden voor de dag ervoor besproken dat we opgehaald zouden worden door een busje dat ons over de bergen weer terug zou brengen naar Huaraz. Echter kwam dit busje natuurlijk veel te laat en stopte er een ander busje wat de verkeerde kant op ging maar daarna heel snel (na 20 minuten zei de chauffeur) om zou keren en ook over de bergen zou gaan. Wij maakten de klassieke Zuid-Amerika fout door in het busje te stappen (dat ons dus verder van ons doel af bracht en verder af te dalen. De chauffeur reed het hele dal rond, stopte en wachtte overal en Tijn en ik werden steeds gefrustreerder. Wij vroegen herhaaldelijk waar de chauffeur met zijn '20 minuten' heen dacht te gaan maar deze gaf geen thuis. Uiteindelijk reden we 3 uur later weer langs de plek waar we waren opgepikt die ochtend. Wat klote. We kwamen laat aan aan de andere kant van de bergen en Tijn legde luid en duidelijk aan de chauffeur uit dat we voor zijn leugens niets gingen betalen. Dus dat hij naar zijn vergoeding voor de bergovertocht kon fluiten. Eerst wilde hij niet luisteren, maar toen duidelijk werd dat Tijn en ik (beiden ook nog eens 2 koppen groter dan dit liegende varkentje) echt niet van plan waren iets te betalen voordat hij zou luisteren, zijn excuses aan zou bieden en zou doen alsof hij iets geleerd had, zei hij op een leugenachtige manier dat het hem speet. We lieten hem nog een momentje hangen, besloten dat het ook gewoon iemand was die zijn brood probeerde te verdienen en betaalden hem het bedrag. Door de omweg hadden wij de tijd verloren om nog een kleine wandeling te maken halverwege. Dat voelde heel jammer, we maakten er het beste van door in het plaatsje lekker uit eten te gaan en gingen het laatste stukje terug in de bus naar Huaraz.

De volgende dag gingen we nog wat souvenirs kopen want Tijn zou over 2 dagen terug gaan naar Nederland :( Na ruim 3 maanden Zuid-Amerika, waarvan twee en een half als mijn reispartner ging hij weer naar Delft. Een baan zoeken. Enzo. Maar voordat onze wegen scheidden moest er nog één ding van de lijst gebeuren: cuy eten. De laatste avond gingen Tijn en ik naar het restaurant wat erom bekend staat de beste cuy van Huaraz te serveren. Cuy is de naam van een dier wat Tijn vroeger een paar maal als huisdier had (en wat ik nooit mocht als huisdier). Het diertje komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en de Andesvolken eten het al duizenden jaren. Het is cavia. We bestelden één halve cuy maar het viel nogal tegen want er zat gewoon bar weinig vlees aan en het was niet speciaal lekker. Gelukkig hadden we meer eten op de tafel neer laten zetten dus werd ons afscheidsmaal wel een goede. En we konden het toch van de lijst afstrepen. Tijn zei: "ach, ik vond die cavia's thuis toch nooit echt leuk."

De avond erna ging Tijn met de bus naar het zuiden, terug naar Lima, waar hij nog het graf van Francisco Pizarro bezocht, de Spaanse generaal die het Incarijk om ver wierp. En ik ging met de bus naar het noorden, naar Cajamarca, de plek waar Pizarro de laatste Inca-koning(Atahualpa) met een laffe list gevangen wist te nemen en daardoor meteen het begin van het snelle einde van het Inca-rijk inluidde.

Maar daar vertel ik de volgende keer over!

Liefs,
Freek

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Freek

Reisverslag over een reis door Z-Amerika: Argentinië, Chili, Bolovia, Peru en Colombia.

Actief sinds 06 Maart 2016
Verslag gelezen: 359
Totaal aantal bezoekers 99927

Voorgaande reizen:

15 Maart 2016 - 03 Augustus 2016

Chili-Bolivia-Peru-Colombia 2016

Landen bezocht: