deel 6: Bolivia - Reisverslag uit La Paz, Bolivia van Freek Wolff - WaarBenJij.nu deel 6: Bolivia - Reisverslag uit La Paz, Bolivia van Freek Wolff - WaarBenJij.nu

deel 6: Bolivia

Door: Freek

Blijf op de hoogte en volg Freek

13 Juli 2016 | Bolivia, La Paz

Lieve Allemaal,

Hoe is het? Allemaal al aan vakantie toe? Ik laat jullie geen moment rusten na mijn vorige reisverslag want... hier is de volgende!

Na de intense schoonheid van de 3 daagse tour van San Pedro de Atacama naar Uyuni in Bolivia was het voor mij ook tijd om wat uit te rusten in mijn reis. En mijn Spaans te verbeteren. Op aanraden van vrienden koos ik Sucre in Bolivia om dit te doen. Terwijl Tijn zijn 'Tour de Amour' door Bolivia aan het maken was met zijn vriendin Sophie ging ik samen met Guus op zoek naar Spaansles (Guus was een andere Nederlandse jongen die bij mij in het groepje had gezeten bij de Uyuni-Tour). Via ons hostel kregen we een nummer van een profesor en twee dagen later zou de eerste les voor ons samen beginnen. Ik was nog wat materiaal van mijn Spaansles in Groningen aan het doornemen toen Guus ineens door zijn familie met klem uitgenodigd werd over 1,5 week op de familiedag aanwezig te zijn. Eerst probeerde hij onder het juk van zijn familie uit te komen, maar jullie weten hoe familie is.... Dus geen Spaansles voor hem, de volgende dag reisde hij door naar Peru om 9 dagen later zijn vliegtuig vanuit Lima naar Nederland te halen... Ik merkte dat ik het jammer vond dat hij weg ging, was graag het Spaans-leer-avontuur met hem erbij aangegaan. Maar de profesor wilde ook wel mij privéles komen geven, dus zo begon bijna twee weken van intensief Spaans. Ik vond het meteen leuk om het Spaans weer op te pakken, al was het ook meteen confronterend voor mij om te zien hoe laag mijn niveau was. Ik had al wel een lichte cursus gevolgd in mijn universiteit maar ook omdat Tijn namens mij de weken daarvoor de wereld in het Spaans te woord had gestaan, was ik veel minder vooruit gegaan dan ik van tevoren in Nederland had gehoopt. Maar hoewel mijn vooruitgang in de nieuwe taal langzaam ging, genoot ik ervan om op één plek te leven een soort van ritme te hebben in de dagen. Mijn Spaansleraar, Vincente, een amerikaans geörienteerde, 30 jaar oude, hippe, zeer vaardige en vriendelijke jongeman uit Sucre regelde voor mij een homestay: voor minder dan € 10 per dag verbleef ik bij een gastgezin met twee maaltijden inbegrepen. Hoewel het een drukke familie was, waardoor ik niet heel veel met ze praatte gedurende de dag, had ik een comfortabele kamer in hun (luxe) huis en was het goed om niet in een hostel met allemaal andere backpackers te verblijven omdat ik dan alleen maar mijn Engels aan het verbeteren zou zijn. De dagen waren Simpel: om 7.30 uur uit bed (ongeacht hoe laat ik erin was beland), onbijten met de huishoudster van de familie en soms een van de zonen, dan Spaans huiswerk doen of naar de markt of weer terug in bed voor nog wat uitrusten. Vervolgens om een uur of 13 lunch met de familie, bestaande uit soep (met rijst, quinoa of vermecelli) met daarna AVG'tje op zijn Boliviaans (Aardappel, Vlees (kip of rund), groente en rijst), dan in de middag Spaans oefenen in een internetcafé met online apps en meer huiswerk en daarna 2 tot 3 uur Spaans les met Vincente en soms een andere leerling. Het avondprogramma bestond meestal uit eten met mensen die ik had ontmoet in Sucre, bijvoorbeeld Flo, een Zuid-Duitse jongen die geweldig kan koken en in het hostal werkte waar ik eerst had verbleven in Sucre. Of Christina, een Deense dame die vloeiend Portugees spreekt en nu al behoorlijk op weg was om van Spaans haar vierde vloeiende taal te maken. Op dinsdagen en donderdagen gingen we daarna met een grote groep blanke toeristen naar de salsa-les, een zeer grappig gezicht, vooral omdat de paar locals die er ook waren zo smooth dansen en wij er toch wel heel houterig vanafkwamen. En op zaterdagen naar de locale disco. Een fijn leven.

Tussen de serieuze Spaans lessen door kwam Tijn met Sophie nog een paar dagen op bezoek. Ik vond het leuk Sophie wat beter te leren kennen en hoewel Sophie nog een beetje gejetlagd en ik ook veel tijd met mijn Spaans zoet was, hebben we redekijk wat tijd samen opgetrokken. Daarnaast heb ik nog het Parque de Crétacico bezocht, een plek waar men meer dan 12.000 voetafdrukken van een dozijn verschillende soorten dinosaurussen heeft gevonden. Mooi en interessant, alsof je weer de dino-interesse uit je jeugd uitvindt. Een andere uitstap was naar een beroemd textiel en souvenirsdorp in de buurt van Sucre, Tarabuco. Hoewel ik erg brak was van de avond ervoor drinken en dansen was het een superuitstap! Ze hadden prachtige spullen en ik kocht er: een traditionele hoed, 2 sjaals, 3 houten kommetjes, een riem en een mini-lama-sleutelhanger. De derde uitstap die ik maakte was in het weekend met Flo, we zijn samen naar Potosi gegaan om daar de zilvermijnen van binnen te aanschouwen én het geldmuseum (een van de mooiste musea van Zuid Amerika) met een bezoek te vereren. We kwamen in de avond aan in Potosi om de volgende dag vroegt met een groep en een gids (een echte mijnwerker) in de zilvermijnen af te dalen. Het was echt een heftige ervaring. Naast Potosi ligt een grote berg, waar al sinds de Spanjaarden in Potosi aankwamen zilver en andere metalen uit worden gewonnen. In de 450 jaar is de berg helemaal uitgehold en zelfs van boven af een stuk stomper geworden. De mijningangen liggen op 4500 meter hoogte en gaan meer dan 500 meter diepte de berg in. Eerst zijn we met de gids sigaretten, drank en zoetigheid gaan kopen voor de berggod en de mijnwerkers. We kregen uitleg over het gebruik van dinamiet en de do's and don'ts van het spul. Bijvoorbeeld hoe je je schoonvader ermee opblaast ("gewoon 1 staafje in het achterwerk steken, lukt altijd") en dat er een speciaal ontstekingsmeganisme bij de staaf wordt geleverd, veel veiliger. Ook kochten we cocabladeren voor de berggod en de mijnwerkers. De mijnwerkers kauwen de hele dag op de bladeren, die lichte vorm van drugs zijn, waardoor ze geen honger voelen en door kunnen werken. Daarna waren we klaar om de mijnen in te gaan.

We reden met een busje met 8 toeristen en 2 gidsen een stuk de berg op, tot de ingang van de mijn op 4500 meter hoogte. Daarna gingen we naar binnen. Het was een soort doolhofgangenstelsel. De mijnwerkers hebben de laatste 450 jaar de 'zilveraders' gevolgd die door de berg lopen. Deze lijken best random te lopen, waardoor het labyrint is ontstaan. We daalden 2 verdiepingen af (in totaal zijn er 14 verdiepingen, tot 500 meter diepte) waar we een mijnwerker aan het werk zagen: in de stoffige mijn, op een wankel laddertje, met een hamer en bijtel het zilvererts uit de muur aan het hakken. Voelde middeleeuws, en raar om zo 'aapjes te kijken' terwijl dit iemands echte baan is. Elke dag dalen bijna 10.000 mannen en jongens af de berg in, ze doen dit werk in slechte omstandigheden en sterven veelal tussen hun 40ste en 50ste levenjaar. Maar er is in de regio geen ander werk, daarom wordt dit nog steeds zo gedaan. Ik was blij de kans te hebben gehad om dit stukje van Bolivia ook te mogen zien. Daarna was het tijd om de berggod te vereren. Tijdens het afdalen hadden we al cocablaadjes, alcohol en sigaretten aan 2 standbeelden geofferd maar nu gingen we naar een belangrijker beeld. De berggod bleek een oude bekende! De Duivel in eigen persoon! (met een hele grote piemel) Wat bleek nu, toen de Spanjaarden kwamen, dwongen ze de locale bevolking om katholiek te worden en in de mijnen te werken. Voordat de Spanjaarden kwamen had de bevolking als een van de goden Moeder Aarde aanbeden. Nu de bevolking in de mijnen moest werken hadden ze wel een nieuwe 'katholieke god' nodig om te aanbidden. De Spanjaarden hadden hier wel een oplossing voor: het Christendom kent immers de Duivel diep wonend in de Aarde! Zo ontstond de cultuur van Duivelaanbidding in de mijnen. Naar mijn smaak toepasselijk omdat de mijnen, nog meer toen de Spanjaarden er nog met de scepter zwaaiden, de absolute hel zijn.
We verlieten de mijnen na 1,5 uur en ik was blij het daglicht weer te zien. Het was eigenlijk feestdag, dus de mijnwerkers werkten alleen in de ochtend. In de middag gingen bier drinken en lama's offeren. Ik had de prachtige dieren al wel wat nerveus zien staan naast de mijningang, maar had geen idee wat er mee zou gebeuren. Omdat ik toch in het medische wereldje zit en alles wil meemaken, besloot ik er met mijn neus (en camera) bovenop te gaan staan toen ze de kelen van de dieren doorsneden. Het was echt een hefige ervaring. Tegelijk met het kelen gingen ze zitten op het lichaam van de het dier waardoor het bloed letterlijk uit de doorgesneden keel spoot! Het deed me nog het meeste aan de film 'Kill Bill 1' denken. Echt gruwelijk. Ik heb er een foto van bijgevoegd, maar wees gewaarschuwd. Het bloed vingen de mijnwerkers op in kommen die ze vervolgens over de mijningang en andere gebouwen in de buurt gooiden. Dit zou een heel jaar van mijn-voorspoed betekenen. Hoewel ik blij was met de ervaring, had ik niet heel veel zin om nog te blijven hangen om bier te drinken met de mijnwerkers. Het was tijd om terug te gaan naar de stad. In de stade bezochten Flo en ik nog het geldmuseum. Het was een zeer indrukwekkend museum met veel oude machines, uitleg over de werkomstandigheden onder de Spanjaarden (die daar tot ongeveer 1824 waren geweest) en de ontwikkeling die het geld uit Potosi had doorgemaakt. Leuk detail is dat de Spanjaarden zo veel zilver uit de berg haalden, dat het genoeg zou zijn om een brug van massief zilver van Zuid-Amerika naar Spanje mee te bouwen. De gids voegde er triest aan toe dat je ook een tweede brug terug naar Zuid-Amerika kan bouwen met alle botten van de miljoenen mensen gestorven in de mijnen en de geldmaakindustrie in Potosi...
En ook Nederlands handen zijn niet schoon, herinneren jullie het liedje van Piet Hein en de zilvervloot? De Hollanders wisten een graantje mee te pikken door de Spaanse zilvervloot in 1628 te kapen. Het is echter goed te beseffen dat dit natuurlijk een fractie is van wat de Spanjaarden uit Zuid-Amerika aan goud en zilver weghaalden. Al met al begin ik me af te vragen waar al dat geld in Spanje heen is gegaan? Hoezo is het nu een van de armste landen van Europa. Wat is daaaaar mis gegaan...?

Na afloop van de twee weken Spaans was het tijd om naar de hoofdstad van Bolivia te gaan: La Paz. Daar zou ik twee dagen later Tijn weer ontmoeten om samen verder te reizen. In de tussenliggende dag boekte ik een tour waar ik al lang naar uitgekeken had: het met de fiets afdalen van de 'Deathroad'. Dit is een weg die van La Paz naar Coroico loopt en die bekent staat als de gevaarlijkste weg van het continent. Toen de weg nog volop in gebruik was, vielen er elk jaar 200 tot 300 doden doordat voertuigen in het (met soms 450 meter vrij val) diepe ravijn naast de weg donderden. Sinds 2006 is er een nieuwe grote (en veiligere) weg is geopend voor het traject en het is nu mogelijk om de oude weg te downhillen met een mountainbike. Nu vallen er slechts 10 tot 20 doden per jaar op de weg, veelal aziaten die nog nooit hebben gefietst en zich voor de tour opgeven of toeristen die nog steeds hight of dronken zijn van de avond ervoor en in die staat de controle over hun stuurtje verliezen. Ik behoorde tot geen van beide groepen en vond het een GEWELDIGE ervaring! Je begint des ochtends in de kou op 4700 meter en daalt in 3 uur af tot de tropische vallei van Coroico op 1200 meter. Ik was, natuurlijk als trotse Hollander, de beste fietser van de groep en het was heerlijk om vlak achter de gids door de groene wereld heen te scheuren. Af en toe een stop om uit te rusten en goed om ons heen te kijken en dan weer door. Aan het eind van de middag een biertje gedronken en in een zwembad gezwommen. Al met al een topdag.

Na nog een heel aantal souvenirs te hebben gekocht en Tijn weer te hebben ontmoet zijn we met de bus doorgereis naar Lago Titicaca. Inmiddels was Sophie weer teruggekeerd naar Nederland, met de eerste ronde van onze gekochte souvernirs :)

Lago Titicaca is het grootste meer van Zuid-Amerika, gelegen op de grens van Bolivia en Peru. Tijn en ik waren meteen erg onder de indruk van de omvang van het meer. Het leek wel een zee! We zijn met een boot overgestoken van Copacabana naar Isla del Sol. Een eiland dat zijn naam zeker waarmaakte: Het was er droog, warm en zonnig. Bij zonsondergang liepen Tijn en ik nog een stukje het dorpje uit en we zagen een van de mooiste zonsondergangen tot nu toe: de zon die langzaam het meer in zakt. Des avonds aten we forel samen met 3 andere toeristen die ook de oversteek hadden gemaakt bij ons op de boot, heerlijk! De dag erna bezochten we de inca-riunes op het eiland en zijn vervolgens het hele eiland over gelopen. Dat was een behoorlijk eind wandelen! En met de volle zon op de kop en de volle rugzak best heel zwaar. We waren blij toen we het andere eind van het eiland hadden bereikt en de boot weer terug naar het vaste land namen. Daar aangekomen was het tijd om naar Cusco (Peru) te gaan, twee dagen later zou mijn vader, Edwin, daar arriveren en het leek ons geen goed idee om hem alleen aan te laten komen in de Grote Enge Stad waar ze een taal spreken die hij niet begrijpt....

We namen de nachtbus en de volgende ochtend kwamen we aan in Cusco, de hoofdstad van het Inca-rijk en misschien wel de mooiste stad van Zuid-Amerika. Daarover later meer!

Ik zal zo snel mogelijk weer een reisverslag maken, ben zelf wel tevreden over mijn werken van de afgelopen dagen ten aanzien van de reisverslagen en hoop dat jullie het nog leuk vinden om ze te lezen en het tempo een beetje bij kunnen benen ;)

Liefs,
Freek

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Freek

Reisverslag over een reis door Z-Amerika: Argentinië, Chili, Bolovia, Peru en Colombia.

Actief sinds 06 Maart 2016
Verslag gelezen: 243
Totaal aantal bezoekers 99911

Voorgaande reizen:

15 Maart 2016 - 03 Augustus 2016

Chili-Bolivia-Peru-Colombia 2016

Landen bezocht: